zondag 15 augustus 2010

prentje zonder fototoestel

'We gaan maar een weekendje. En ik sjouw al zoveel mee', dacht ik vrijdag, terwijl ik mijn camera in mijn handen had. Dus bleef mijn fototoestel, zo ongeveer het verlengstuk van mijn lichaam, dit weekend thuis. En zaten wij in ons huisje.

Zondag was het een beetje druilerig weer. 'Zullen we naar het Zuiderzeemuseum gaan?', stelde Man voor.
De eerste gedachte die bij me opkwam: 'Dat kan niet want ik heb mijn fototoestel niet bij me.' Maar dat ging zelfs mij te ver. Dus zaten we even later in de auto.
En leuk dat het was. En natuurlijk dacht ik bij elke hoek: had ik mijn camera maar bij me. En ik kon ook genieten zonder camera. Hoewel het moment dat een vijfjarige volledig in klederdracht stampvoetend op de grond lag, wel smeekte om op de gevoelige plaat gelegd te worden. Uit pure armoede dan maar een kaart gekocht, eigenlijk mijn eer te na.
Zoon vermaakte zich ook opperbest. Samen met Man maakte hij een klompbootje, puffend tussen alle andere kinderen en overijverige ouders in. Hoewel hij het ook gauw wel weer gezien had. Het leuke van dit soort activiteiten is namelijk dat de kinderen enthousiast beginnen, en na twee spijkers het aan de ouders overlaten, die niet voor elkaar onder willen doen.

Ik was 'm eerlijk gezegd al gesmeerd, op zoek naar de exposities van Kiki van Eijk, Studio Job en Maarten Baas. Om niet alleen maar bejaarden te trekken, heeft het Zuiderzeemuseum samenwerking gezocht met moderne ontwerpers, en hun objecten geïntegreerd in het Museumpark. Superconcept.

Maar er waren ook ouderwets kneuterige dingen. Zoon molk een houten geit. Waar de uiers van waren gemaakt, kon ik niet zo snel zien, maar hij riep triomfantelijk dat hij aan de borsten van het beest had getrokken.

Omdat we het zo leuk vonden, bleven we veel te lang. Misten vervolgens de boot, moesten nog naar het vakantiehuisje terugrijden, eten, opruimen, enfin: vertrekstress. En ik had me nog zo voorgenomen dat Zoon de avond voor zijn eerste schooldag op tijd in bed zou liggen.

Toen we eindelijk in de auto zaten en ons dorp ver achter ons hadden gelaten, zei ik tussen neus en lippen tegen Man: 'jij hebt de koelkast toch leeggehaald?'

Enfin, toen we eindelijk weer op de snelweg zaten, dit keer in het gezelschap van een pak ham en een aangebroken geitenkaasje, hoorde ik op de achterbank: 'denk maar niet dat ik ga slapen'.

We beginnen weer lekker aan het nieuwe schooljaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten